Beroep gedragstherapeut voor dieren

Gedragstherapeuten voor dieren werken met dieren en mensen om het gedrag van dieren met betrekking tot specifieke factoren te bestuderen, te observeren, te beoordelen en te begrijpen en ongepaste of problematische gedragingen bij individuele dieren te voorkomen of aan te pakken via de ontwikkeling van geschikte omgevingen en beheersregelingen, overeenkomstig de nationale wetgeving. 

Gedragstherapeut voor dieren: Open vacatures

Vind je droombaan op Talent.com, een van de grootste vacaturesites ter wereld.

Actuele vacatures: talent.com

Persoonlijkheidstypen

Kennis

  • Fysiologie van dieren

    De studie van het mechanische, fysieke, bio-elektrische en biochemische functioneren van dieren, hun organen en hun cellen.

  • Neuroanatomie van dieren

    De studie van het centrale en perifere zenuwstelsel van dieren, met inbegrip van onder meer de vezelgroepen en de visuele, zintuiglijke, auditieve en motorische banen.

  • Veilige werkmethoden in veterinaire omgeving

    Veilige werkmethoden in een veterinaire omgeving om gevaren en bijbehorende risico's te identificeren en zo ongevallen of incidenten te voorkomen. Dit omvat letsels door dieren, zoönoses, chemicaliën, apparatuur en werkomgeving.

  • Tekenen van ziekte bij dieren

    Fysieke, gedrags- en milieugerelateerde tekenen van gezondheid en ziekte bij verschillende dieren.

  • Gedrag van dieren

    De natuurlijke gedragspatronen van dieren, d.w.z. de wijze waarop normaal en abnormaal gedrag kan worden uitgedrukt volgens soort, omgeving, mens-dier interactie en bezigheid.

  • Dierenwelzijn

    Algemeen erkende behoeften aan dierenwelzijn zoals toegepast op soorten, situatie en bezetting. Deze thema's zijn: de behoefte aan een geschikte omgeving
de behoefte aan goede voeding
de behoefte om normale gedragspatronen te kunnen vertonen
de behoefte om samen met, of gescheiden van andere dieren te worden gehuisvest
de behoefte om te worden beschermd tegen pijn, lijden, verwondingen en ziekte.

  • Omgevingsverrijking voor dieren

    Soorten, methoden en gebruik van verrijking voor dieren om de expressie van natuurlijk gedrag mogelijk te maken, met inbegrip van ecologische prikkels, het voederen, puzzels, speelvoorwerpen, sociale en opleidingsactiviteiten.

  • Bioveiligheid met betrekking tot dieren

    Bewustzijn van de maatregelen op het gebied van hygiëne en bioveiligheid bij het werken met dieren, met inbegrip van de oorzaken, de overdracht en de preventie van ziekten en de toepassing van beleidsmaatregelen, materialen en uitrusting.

  • Anatomie van dieren

    De studie van lichaamsdelen van dieren, hun structuur en dynamische relaties, op een niveau dat relevant is voor de specifieke bezigheid.

  • Evolutie van dieren

    De evolutionaire geschiedenis van dieren en de ontwikkeling van soorten en hun gedrag via domesticatie.

  • Neurofysiologie van dieren

    Het specialisme van de diergeneeskunde dat zich bezighoudt met de studie van het functioneren van het zenuwstelsel van dieren, waaronder het functioneren van zenuwgeleidingen en ionenkanalen, de reacties van zenuwstammen, vezelbanen en -kernen, en remmende en exciterende synaptische functies, evenals als neuromusculaire knooppunten, verschillende types van motorische eenheden, motorische controle, en het cerebellum.

  • Dierentraining

    De reacties van dieren op specifieke omstandigheden of stimuli. Gedrag van dieren, ethologie, leertheorie, trainingsmethoden, uitrusting, en communicatie en samenwerking met mens en dier.

  • Wetgeving op het gebied van dierenwelzijn

    De wettelijke grenzen, gedragscodes, nationale en EU-regelgevingskaders en wettelijke procedures voor het werken met dieren en levende organismen, ter waarborging van hun welzijn en gezondheid.

Vaardigheden

  • Veilige werkmethoden toepassen in een veterinaire omgeving

    In een veterinaire omgeving veilige werkmethoden toepassen om gevaren en de daaraan verbonden risico’s vast te stellen teneinde ongevallen of incidenten te voorkomen. Dit omvat letsels door dieren, zoönotische ziekten, chemicaliën, apparatuur en werkomgevingen.

  • Adviseren over dierenwelzijn

    Voorbereiden en verstrekken van informatie aan individuen of groepen mensen over hoe de gezondheid en het welzijn van dieren kan worden bevorderd en hoe de risico's voor de gezondheid en het welzijn van dieren kunnen worden beperkt. Aanbevelingen doen voor corrigerende maatregelen.

  • Dieren selecteren voor training

    Dieren selecteren voor training aan de hand van selectiecriteria, waaronder het beoogde resultaat van de training, leeftijd, temperament, soort en rasverschillen. De selectie van dieren voor training omvat een basistraining of een training om aan specifieke doelstellingen te voldoen.

  • Welzijn van dieren controleren

    De fysieke conditie en het gedrag van de dieren in het oog houden en eventuele problemen of onverwachte veranderingen melden, met inbegrip van tekenen van gezondheid of slechte gezondheid, het uiterlijk, de staat van de huisvesting van de dieren, de inname van voedsel en water en de omgevingsomstandigheden.

  • Diertraining geven

    Training geven in basishandelingen, gewenning en gehoorzaamheid met het oog op het uitvoeren van dagelijkse taken, terwijl de risico's voor het dier, de begeleider en anderen tot een minimum worden beperkt.

  • Trainingsprogramma’s voor dieren implementeren

    Programma's voor het trainen van dieren implementeren voor basistrainingsdoeleinden of om specifieke doelstellingen te bereiken, een ontwikkeld trainingsprogramma volgen en de voortgang evalueren en vastleggen ten opzichte van de vastgestelde doelen.

  • Omgaan met uitdagende mensen

    Veilig werken en effectief communiceren met individuen en groepen mensen die zich in uitdagende omstandigheden bevinden. Dit omvat de herkenning van tekenen van agressie, verdriet, bedreiging en hoe dit aan te pakken om de persoonlijke veiligheid en die van anderen te bevorderen.

  • Veilig omgaan met dieren

    Een veilige en humane interactie met het dier waarborgen, waarbij factoren worden vermeden die hun gedrag negatief zullen beïnvloeden. Dit omvat het gebruik van vormen van humane opleiding en het gebruik ervan voor eigenaren/houders, om ervoor te zorgen dat deze op passende wijze worden gebruikt en dat het welzijn van het dier wordt beschermd.

  • Bewegingsactiviteiten voor dieren implementeren

    Mogelijkheden voor lichaamsbeweging bieden die geschikt zijn voor de betrokken dieren en aan hun specifieke fysieke behoeften voldoen.

  • Dierenwelzijn promoten

    Bevorderen van goede praktijken en werken met medeleven voor de instandhouding en bevordering van hoge normen voor dierenwelzijn door het aanpassen van persoonlijk gedrag en het beheren van omgevingsfactoren.

  • Compatibiliteit van individuen en dieren beoordelen om samen te werken

    Zorgen voor een goede werkharmonie tussen mensen en dieren, met betrekking tot de fysieke kenmerken, de capaciteit, het temperament en het potentieel van dieren.

  • Trainingsprogramma’s voor dieren ontwerpen

    De opleidingsbehoeften van het dier beoordelen en geschikte methoden en activiteiten selecteren om de opleidingsdoelstellingen te bereiken.

  • Gedrag van dieren beoordelen

    Observeren en evalueren van het gedrag van dieren om veilig met hen te kunnen werken en afwijkingen van het normale gedrag, die wijzen op een aantasting van de gezondheid en het welzijn, te herkennen’

  • Plannen ontwerpen om ongewenst gedrag bij dieren aan te pakken

    Het verzamelen van informatie over het gedrag van dieren, het interpreteren van relevante informatie over het dier, het beoordelen van het effect van externe factoren, en het beoordelen van de veehouderij-/beheerspraktijken op het dier om een plan te ontwikkelen dat ongewenst gedrag aanpakt.

  • Omgaan met veterinaire noodgevallen

    Onvoorziene voorvallen met betrekking tot dieren en omstandigheden die dringende maatregelen vereisen, op passende professionele wijze behandelen.

  • Bioveiligheid van dieren beheren

    Passende bioveiligheidsmaatregelen plannen en gebruiken om overdracht van ziekten te voorkomen en te zorgen voor een effectieve algehele bioveiligheid. Bioveiligheidsprocedures en infectiebestrijding handhaven en volgen bij het werken met dieren, mogelijke gezondheidsproblemen herkennen en passende maatregelen nemen, interne hygiënemaatregelen en bioveiligheidsprocedures meedelen, en rapporteren aan anderen.

  • Dierenwelzijn beheren

    De toepassing van de vijf universeel erkende dierenwelzijnsbehoeften naar soort, situatie en eigen bezetting te plannen, te beheren en te evalueren.

  • Verrijkende omgeving bieden voor dieren

    Een verrijkende omgeving voor dieren bieden om de expressie van natuurlijk gedrag mogelijk te maken, met inbegrip van het aanpassen van de milieuomstandigheden, voedings- en puzzeloefeningen geven en zorgen voor manipulatie-, sociale en opleidingsactiviteiten.

  • Persoonlijke professionele ontwikkeling beheren

    Verantwoordelijkheid nemen voor levenslang leren en voortdurende professionele ontwikkeling. Zich engageren in leren om de vakbekwaamheid te ondersteunen en te actualiseren. Identificeren van prioritaire gebieden voor professionele ontwikkeling op basis van reflectie over de eigen praktijk en door contact met collega's en belanghebbenden.

  • Trainingsprogramma’s voor individuen en dieren ontwerpen

    Programma’s ontwikkelen om mensen en dieren op te leiden. Doelstellingen en doelen vaststellen. De uitvoering van het opleidingsprogramma en de voortgang van persoon en dier evalueren.

  • Dieren en individuen trainen om samen te werken

    Dieren en individuen opleiden om samen te werken, met inbegrip van de match tussen individuen en dieren, het opzetten van geïntegreerde opleidingsprogramma's voor mens en dier, de uitvoering van geïntegreerde opleidingsprogramma's, de evaluatie van geïntegreerde opleidingsprogramma's voor mens en dier aan de hand van overeengekomen resultaten en de evaluatie van de compatibiliteit tussen individuen en dieren in relatie tot de fysieke kenmerken.

  • Beweging van dieren controleren

    Sturen, regelen of beperken van bewegingen van een dier of een groep dieren.

  • Dierenhygiëne beheren

    Passende hygiënemaatregelen plannen en gebruiken om de overdracht van ziekten te voorkomen en een goede algemene hygiëne te garanderen. De hygiënische procedures en voorschriften bij het werken met dieren in stand houden en volgen, de controles en protocollen op het gebied van de hygiëne van de locatie aan anderen meedelen. De veilige verwijdering van afvalstoffen overeenkomstig de bestemming en de plaatselijke regelgeving beheren.

Optionele kennis en vaardigheden

dierenverblijven onderhouden geduld uitoefenen veterinaire klinische gegevens beheren omgaan met moeilijke omstandigheden in de veterinaire sector dieren ethisch behandelen veeteeltwetenschappen aanpassen aan veranderende situaties gegevens inspecteren zich houden aan professionele veterinaire gedragscodes eigenaars van dieren ondervragen over de toestand van dieren milieugegevens analyseren beslissingen nemen over het welzijn van het dier samenwerken met dierdeskundigen verbeteringsstrategieën aanbieden verschillende communicatiekanalen gebruiken diergeneeskundige terminologie gebruik maken van leermogelijkheden in de diergeneeskunde toestand van dieren beoordelen contact onderhouden met inrichtingen inzake dierenwelzijn mentorschap bieden

Source: Sisyphus ODB