Alles over tests

Over tests op internet

Het internet is bezaaid met tests. Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat een test over. Zo zijn er tests die meten hoe spiritueel je bent. Of je goed bent in bed. In welke mate je kan opschieten met je schoonouders. Enzovoort. Dit soort tests dien je met een stevige korrel zout te nemen. Maar hoe bepaal je nu of een test 'goed' of 'slecht' is?

Hieronder vind je tien kwaliteitstips die 123test hanteert om de waarde van een test te beoordelen. Die beoordeling wordt gegeven in sterren die de waarde van de testuitslag weergeven. Een test met een ster dien je alleen voor je plezier te maken, de uitslag is vrijwel betekenisloos. Een test met een maximale waardering van vijf sterren is van professioneel niveau en wordt ook gebruikt door psychologen en loopbaanadviseurs. Bekijk ons overzicht met professionele tests.

Testtips 

Het grote aanbod van tests op het internet staat helaas in schril contrast met de kwaliteit van veel tests. Daarom tien tips om je te helpen bij het bepalen van de kwaliteit van een test.

  1. Validiteit. Meet de test wat deze zegt te meten. Bijvoorbeeld: meet een thermometer daadwerkelijk hoe warm het is in graden Celsius of meet deze heel iets anders. Bijvoorbeeld de luchtdruk?
  2. Betrouwbaarheid. De test dient iedere keer dat je deze doet, ongeveer dezelfde uitslag te geven. Als het in een bepaalde ruimte altijd 15 graden Celsius is, dient een betrouwbare thermometer dit ook altijd aan te geven. En niet de ene keer 11 graden, en de andere keer 19 graden. Dit lijkt simpelere dan het is. Vooral bij tests die iets zeggen over iemands persoonlijkheid.
  3. Normering. Bij een test wordt doorgaans gekeken in welke mate je bepaalde kenmerken bezit in verhouding tot anderen. Bijvoorbeeld om te kijken hoe ondernemend je bent ten opzichte van anderen. Helaas is het zo dat er op internet veel gratis tests worden aangeboden die geen resultaat geven op basis van een vergelijking tussen jou en een normgroep. De maker van de test heeft dan zelf bedacht wat een hoge of lage score is (bepalen van normscore is nogal tijdrovend en duur).
  4. Normgroep. Een 'goede' test heeft altijd een goede normgroep, het liefst een Nederlandse. Want culturele verschillen, die tussen Nederlanders en bijvoorbeeld Amerikanen, kunnen groot zijn.
  5. Onderwerp. Daarnaast dien je te realiseren dat tests slechts een heel specifiek gedeelte meten. Je kunt mensen bijvoorbeeld testen op intelligentie. Er zijn verschillende IQ-tests die een betrouwbare uitslag geven. Alleen meet de ene IQ-test een ander soort intelligentie dan de andere IQ-test. En de laatste tijd is men bijvoorbeeld van mening dat je naast IQ ook emotionele intelligentie (EQ) zou moeten meten. Tests mogen daarom nooit tot erg vèrgaande uitspraken leiden.
  6. Transparantie. Hiermee wordt bedoeld of duidelijk is hoe de rapportage tot stand komt. Een uitgebreide rapportage zonder duidelijke opbouw en scoreuitleg dien je te lezen als een horoscoop. Met een korrel zout dus. Een kwalitatief goede test heeft niets te verbergen.
  7. Lengte vragenlijst. Hoe korter de vragenlijst, hoe minder de test meet. Het is onmogelijk om met 10 vragen iemands IQ goed te meten.
  8. Auteur/ organisatie. Wie is de auteur van de test? Een test zonder bronvermelding dien je niet serieus te nemen. Vaak zijn deze gewoon door redacties van bijvoorbeeld een tijdschrift zelf, zonder kennis van zaken, gemaakt. Ook de organisatie of het bedrijf kan een indicatie geven. Is de depressietest uitgegeven door een farmaceutisch bedrijf dan dien je op te passen.
  9. Spelfouten. Een test met spelfouten is doorgaans minder goed dan een test zonder spelfouten.
  10. Datum. Een 'goede' test is niet te oud. Op tests die in de laatste vijf jaar zijn gemaakt kun je meer vertrouwen dan op een oudere test.