Behaviorisme

De Amerikaanse psycholoog Fred Skinner (1904-1990) stelt de persoonlijkheid gelijk aan het gedrag dat mensen vertonen. Dat gedrag wordt weer bepaald door de gevolgen van dat gedrag. Daardoor kun je mensen en dieren dan ook bijna alles leren, aldus Skinner, zolang je maar het juiste gedrag bekrachtigt of beloont. In honderden onderzoeken met dieren ontdekte Skinner dat gedrag dat geregeld wordt beloond, vaker wordt uitgeoefend. Dit fenomeen noemde hij operante conditionering. Volgens Skinner is het die operante conditionering die ons vormt tot de mensen die we zijn, en die ons onze unieke persoonlijkheid geeft.

De theorie van Skinner wordt ook wel behaviorisme of leertheorie genoemd, omdat hij vooral gaat over gedrag en leren. Het is dan ook niet zo vreemd dat zijn theorie vooral toepassing heeft gekregen op educatief en pedagogisch gebied, kortom, daar waar wordt geleerd. De belangrijkste toepassingsprincipes zijn:

  • Beloon gewenst gedrag. Het gedrag zal dan vaker worden getoond.
  • Negeer ongewenst gedrag. Het gedrag zal dan minder vaak worden getoond en uitdoven.
  • Straf gedrag alleen als het gevaarlijk is of anderszins meteen moet stoppen. Straffen helpt namelijk alleen om het gedrag te stoppen, je leert er verder weinig van. Het geeft immers niet aan wat je dan wél moet doen.

Een andere leertheorie is de sociale leertheorie van Albert Bandura.